mrt 15, 2022

Mijn Opa

Gisteren dacht ik ineens terug aan mijn opa, de vader van mijn vader. Ik herinnerde me hoe enorm veel ik van deze lieve man gehouden heb en hoe pijn het deed om hem op 15-jarige leeftijd te verliezen. Hij voelde als de enige persoon die mijn vader aankon en die me beschermde. Als hij bij ons was, zat hij altijd in mijn vaders stoel. De stoel waarin niemand mocht zitten, ook niet op de momenten dat er niemand zat. Hij deed het gewoon en mijn vader was dan niet meer zo stoer. Het leek alsof hij onderdanig werd met mijn opa in de buurt.

Mijn opa maakte veel grapjes en had altijd aandacht voor mij. Hij gaf me complimentjes, stopte me soms stiekem geld toe en was altijd in voor leuke dingen. Ja, met opa in huis was het leven een stuk fijner voor me. Maar toen hij overleed, wilde mijn vader geen gedoe. Hij liet drie mensen toe op de korte uitvaart en plaatste één boom in het midden van het graf. Dan wist hij zeker dat hij er nooit meer naar om hoefde te kijken. Ik weet nog hoe het me raakte. Dat mijn lieve opa niet het afscheid kreeg dat hij verdiende.

Pas jaren later (17 december 2000) had ik de moed om daar iets aan te veranderen. Ik werd verdrietig van de verwaarloosde aanblik van het graf. En dus verwijderde ik de dennenboom en zette er allemaal vrolijke plantjes voor in de plaats. Tussen de plantjes legde ik een laag wit grind. Eindelijk kreeg mijn opa het graf dat hij verdiende.

Het graf heeft mijn vader enkele jaren geleden laten delven. Maar deze herinnering bezorgt me kippenvel en ontroering. Dankbaar dat er in alle liefdeloosheid in mijn jeugd één familielid is geweest, waarbij ik me als kind echt veilig heb gevoeld. Bijzonder dat dat juist de vader van mijn vader was.