Door het seksueel misbruik in mijn jeugd, heb ik mezelf lange tijd heel lelijk gevonden. En lelijk is eigenlijk niet eens het juiste woord. Ik heb mezelf gehaat. Om wie ik was en om hoe ik eruit zag. Dat gevoel overviel me lange tijd regelmatig. Als ik bijvoorbeeld in de spiegel keek, omdat ik nieuwe kleren had gekocht. Of omdat ik me klaar moest maken voor een feestje. Dan werd ik me ineens intens bewust van de enorme haat die ik van binnen had voor mijn lichaam, voor mezelf. En dan moest ik enorm huilen en deed ik mezelf pijn door mezelf te slaan of krabben. Dat was de enige manier om dat gevoel van haat aan te kunnen.
Langzaam merkte ik dat ik me anders over mezelf begon te voelen. Dat ik complimenten die me werden gegeven, begon te geloven. Dat ik in de spiegel keek en naar mezelf kon lachen. Dat ik in een winkel het pashokje uit durfde te komen, om mijn nieuwe kleren te bekijken. Dat ik de haat nog wel kon voelen, maar deze minder intens was waardoor ik mezelf geen pijn meer deed.
Maar hoe fijn dat ook allemaal was, het lukte me vooral door me in iedere situatie compleet aan te passen, zodat ik werd geaccepteerd. Maar naarmate ik ouder werd, brak dat me op. Ik had behoefte aan een eigen identiteit, en ontwikkelde die met hulp stap voor stap. Steeds vaker durfde ik te kiezen voor wat ik mooi vond, wat ik fijn vond, wat ik wilde. En natuurlijk verloor ik daardoor vrienden, werd ik soms afgewezen of kreeg ik kritiek. Maar ik kon het aan, de drang om echt voor mezelf te kiezen was groter.
En nu voel ik me ongelofelijk fijn en gelukkig met mezelf. Niet dat ik mezelf altijd even mooi vind, of even leuk, maar ook dat mag er gewoon zijn. En soms creëer ik bewust momenten om mezelf nog even extra te herinneren dat ik mooi ben en dat die stem van vroeger het zwijgen is opgelegd. Daarom werd ik vandaag gefotografeerd in een flying dress. Best spannend, zo bloot. Met een hele grote glimlach en vol trots kijk ik naar de foto’s. En met dankbaarheid naar hoeveel er sinds mijn jeugd ten positieve is veranderd.